Noemen vs Heten

Heel regelmatig horen we mensen de werkwoorden “noemen” en “heten” verkeerd gebruiken. Omdat beide uiteraard dicht bij elkaar liggen en omdat we merken dat ons artikel over sarcastisch vs ironisch zoveel bijval kent, willen we ook deze verwarring eens en voor altijd uit de wereld helpen!

Definities

Naar goede gewoonte, raadplegen we even Van Dale voor de officiële definities:

“Noemen”

Copyright Van Dale gratis woordenboek

“Heten”

Copyright Van Dale gratis woordenboek

Conclusie

We kunnen de 2 makkelijk uit elkaar houden als we het als volgt omschrijven:

  • Heten = een naam hebben
  • Noemen = een naam geven

Voorbeeldje: Ik heet William maar mijn vrienden noemen met Bill

Sarcastisch vs Ironisch

Soms zijn er 2 woorden die heel erg dicht tegen elkaar aanzitten qua betekenis maar uiteindelijk toch niet hetzelfde zijn, zo ook sarcastisch vs ironisch. Wat is het verschil tussen beide?


Definities

“Sarcastisch”

Onze eerste bron van informatie is opnieuw Van Dale:


Copyright Van Dale gratis woordenboek


“Ironisch”

Hierover zegt Van Dale:


Copyright Van Dale gratis woordenboek


Eerste conclusie: Het lijkt erop dat ze beide duiden op spot terwijl dit bij sarcasme veel scherper is dan ironie waar het eerder bedekt is


Verder onderzoek

Aangezien het verschil toch nog niet zo duidelijk is uit de definities, zijn we even op zoek gegaan naar nog enkele andere bronnen:


Taaltelefoon

Hier wordt het verschil al wat duidelijker omschreven:

Sarcasme is bijtende spot. Die kan bijvoorbeeld geuit worden door prijzende taal die in flagrante tegenspraak is met wat kennelijk bedoeld is. Bij sarcasme is de toon scherper en de houding kritischer dan bij ironie.

* (een ouder tegen een kind met een slecht rapport) Je bent weer eens de beste leerling van de klas!
* (een leerkracht tegen een leerling die te laat komt) Lekker uitgeslapen?
* (over iemand die heel vals zingt) Je zus is helemaal klaar voor het Eurovisiesongfestival.
* (over iemand die luid snurkt) Hij heeft vannacht weer als een roos geslapen.

De grens tussen ironie en sarcasme is niet altijd eenvoudig te trekken. Of iets als milde of als bijtende spot wordt ervaren, wordt sterk bepaald door de context en de toon van de uiting, en door de persoonlijke gevoeligheden en opvattingen van de spreker en de ontvanger.

Als sarcasme een uiting is van ongeloof in de waarden of goede bedoelingen van de mensen, spreken we van cynisme.


Taaladvies

Dit maakt het plaatje compleet door ook Cynisme erbij te betrekken:

Ironie is bedekte, milde spot. Sarcasme is bijtende spot. Cynisme is een afwijzende houding die voorkomt uit ongeloof in de oprechtheid of goede bedoelingen van mensen; de uitingen die erbij horen zijn bitter of wreed van toon.


Conclusie

De mate van spot bepaalt de het juiste woord. Het minst erge is ironie (b.v. “Wat een mooi weer” terwijl het eigenlijk regent) terwijl sarcasme bijtend is (b.v. “Jij bent echt wel de slimste van de klas”, wat wordt gezegd aan een kind dat met ondermaatse cijfers thuiskomt).


Meer info

Enkele interessante bronnen m.b.t. dit onderwerp zijn:

Efficiënt vs Effectief

Het gebeurt nogal vaak dat mensen de woorden efficient en effectief door elkaar gebruiken. Omdat beide woorden dicht bij elkaar liggen maar de toch een andere betekenis hebben, licht ik even toe wat ze precies betekenen.

Definities

Effectief

Als we even Van Dale openslaan, dan zien we bij hierbij staan:

Copyright Van Dale gratis woordenboek

Kort gezegd: Iets is effectief als het bereikt wat je wilde bereiken.

Voorbeeld: Een medicijn is effectief als het er bijvoorbeeld voor zorgt dat de symptomen die het bestrijdt daadwerkelijk verdwijnen

Efficiënt

Ook hier kijken we Van Dale even na voor de officiële betekenis:

Copyright Van Dale gratis woordenboek

Kort gezegd: Iets is efficient als iets zo weinig mogelijk tijd neemt om uitgevoerd te worden.

Voorbeeld: Hetzelfde medicijn als in het vorige voorbeeld is efficiënt als het vooral snel werkt.


Conclusie

Efficiënt en effectief worden vaak door elkaar gebruikt maar ze betekenen niet hetzelfde. Als het in ons voorbeeld gebruikte medicijn een pijnstiller is, dan willen we graag dat deze zowel effectief is (zodat de pijn verdwijnt) als efficiënt werkt (zodat dit snel gebeurt).